Heb je een vraag?
VASTE INRICHTING / FILIAAL
De vaste inrichting (in het Spaans ‘sucursal’) wordt eveneens door Nederlandse of Belgische bedrijven gebruikt voor hun Spaanse filialen. Het is niet zoals de SL een juridisch zelfstandige vorm.
Het moederbedrijf blijft 100% aansprakelijk voor de handelingen van de vaste inrichting jegens derden. Er is geen minimumkapitaal vereist. Het filiaal moet worden opgericht bij notariële akte en inschrijving in het handelsregister is verplicht. Daarnaast moeten de volgende zaken (alles vertaald in het Spaans door een beëdigd vertaler) ingeschreven worden in het Spaanse handelsregister: een uittreksel uit het handelsregister voorzien van appostillestempel, de bevoegdheidsverklaring en een bestuursbesluit van het moederbedrijf.
De vaste inrichting draagt de naam van het moederbedrijf voorzien van de extentie ‘sucursal’. Niet alle kosten (zoals rente op leningen verstrekt door het moederbedrijf) die aan het moederbedrijf worden betaald zijn fiscaal aftrekbaar. De fiscale behandeling is verder gelijk aan die van de dochteronderneming.
Het verschil met de ‘representative office’ is dat er wel lokale tekenbevoegdheid is met betrekking tot leveringscontracten en dergelijke.
Voorbeelden van een vaste inrichting/nevenvestiging zijn verkoopkantoren en productiebedrijven. De vaste inrichting is geen zelfstandige rechtsvorm, maar is een onderdeel van de buitenlandse onderneming.
Formeel kan het filiaal als distributeur optreden. Complicaties van de zelfstandige agent en distributeur kunnen zo worden voorkomen.
De brutowinst van de nevenvestiging in Spanje wordt in Spanje belast. Het door haar behaalde nettoresultaat wordt toegevoegd aan het Nederlandse nettoresultaat. Op basis van het Nederlands-Spaanse belastingverdrag kan, middels de ‘verrekeningsmethode’, dubbele belastingheffing over de winst van de Spaanse nevenvestiging worden voorkomen.
Vroeger kon men de investeringen en projecten waarvoor u in de eerste jaren verliezen van de Spaanse nevenvestiging verwachtte verrekenen met de winst van de buitenlandse moeder. Dat is nu helaas niet meer mogelijk.
Een nadeel van de vaste inrichting is dat het geen juridische vorm is. De buitenlandse moeder is dus geheel aansprakelijk voor de schulden en rechtshandelingen van de Spaanse nevenvestiging.
Bij verkoop van risicovolle producten kan het uit het oogpunt van aansprakelijkheid aantrekkelijk zijn om de dochteronderneming de grootste klappen te laten opvangen zodat het moederbedrijf buiten schot blijft. Dit is bij een filiaal niet mogelijk.
Een separate SL of SA is dan een veel betere oplossing.
‘ABN-Amro Bank NV Sucursal en España’ en ‘Campina Melkunie BV Sucursal en España’ zijn voorbeelden van Spaanse filialen van bekende Nederlandse bedrijven.